Wij maken dit letterlijk mee. Niet af en toe maar met grote regelmaat. Wij helpen iedereen, hoe complex de casus ook is. Ik zeg casus, maar daarmee doe ik de familie en tevens de overledene eigenlijk tekort. Toch is dat wat het is zo af en toe.
Neem een jongen van 27 die besloot om vrijwillig naar Oekraïne te gaan om daar vanuit zijn diepste zijn te gaan helpen. Hij heeft dit niet overleefd. Elf weken is hij bij ons geweest. Vanuit Kiev naar Nederland met een overnachting in Duitsland, elf weken bij ons in het Afscheidshuis in Dronten en daarna zijn laatste reis naar het familiegraf in Varese, Italië. 3300 kilometer is er afgelegd.
In ons hoofd hebben we die reis bewust met hem meegemaakt. Alle instanties, ambassades, elke landsgrens die men overging, wettelijke stappen, dagelijks contact met zijn ouders, de kerk, de burgemeester van het dorp waar hij in Nederland woonachtig was en niet te vergeten de mensen van de repatriëring. Een grote zucht en dankbaarheid op de dag dat het belletje kwam van zijn ouders dat hij eindelijk is bijgezet in Italië.
Dan een oudere mevrouw zonder vaste woon- of verblijfplaats in Duitsland, vier weken is zij bij ons geweest. Puur en alleen omdat de Duitse instanties weinig tot niks voor ons hebben kunnen betekenen. Mevrouw had geen papieren, haar dan naar Nederland halen is op zijn zachtst gezegd een grote uitdaging, en toch is het gelukt.
De reactie van de nabestaanden is waar we het steeds weer voor doen. Deze opdrachten moeten er niet te vaak zijn, het maakt je tien jaar ouder in die weken. Maar zoals we ook in ons vakgebied vaak zeggen, 1 team 1 taak. Ontzorgen van de familie in welke situatie dan ook.